Bureau Regio Amersfoort deed in oktober 2022 een eerste en verkennende onderzoek naar de ruimtelijke beperkingen om langs de A28 en langs het spoor tussen Amersfoort en Soest zonne- en windenergie op te wekken.
Het gaat om de gebieden:
- Langs de A28 tussen Zeist en Amersfoort (hierna te noemen A28, voor zon en wind)
- Langs het spoor tussen Amersfoort en Soest ter hoogte van de Vlasakkers (hierna te noemen Vlasakkers, voor wind)
In een volgende fase moet duidelijk worden wat in deze gebieden ook daadwerkelijk haalbaar en wenselijk is. Met aandacht voor onder andere de afstand tot woningen.
Wat is onderzocht?
Het onderzoek richtte zich op belemmeringen vanuit natuurbescherming (zoals beschermde vogels en vleermuizen), de veiligheid voor zweefvliegveld Soesterberg en radarstation Soesterberg, vliegbewegingen van defensie op de Leusderheide en veilige afstanden tot bijvoorbeeld woningen, hoogspanningsverbindingen en wegen.
Uitkomsten
Uit het onderzoek blijkt dat binnen het zoekgebied Vlasakkers ruimte is voor ongeveer vijf windturbines van ca. 5 MW. Radarverstoring is een aandachtspunt vanwege de nabijheid van radarstation Soesterberg. Binnen het zoekgebied rond de A28 is ruimte voor ongeveer zes windturbines. Uit de analyse blijkt dat in beide gebieden diverse ruimtelijke belemmeringen overlappen. Het gaat hierbij om de aanwezigheid van woningen, panden, spoorwegen, defensieveiligheidszones en hoogspanning. Het Natuurnetwerk Nederland en het militair oefenterrein met natuurwaarden zijn de grootste ecologische knelpunten. Een ontwikkeling zoals wind- of zonneparken kan daar alleen als er met compensatie van natuur een meerwaarde kan worden bereikt. Dat betekent dat er compenserende maatregelen moeten worden getroffen die ervoor zorgen dat het gebied niet alleen niét achteruit gaat, maar zelfs verbeterd wordt. Hiervoor is nader ecologisch onderzoek voor alle locaties nodig. Wanneer deze natuur gecompenseerd kan worden, is het mogelijk om windmolens te realiseren.
Voor zonne-energie zijn er meer belemmeringen. Daar blijft slechts een strook van 0,36 ha over als potentieel geschikt voor het plaatsen van zonnepanelen.
Vervolgtraject
In de volgende fase worden de mogelijkheden voor de compensatie van natuur verder onderzocht en wordt er met gemeenten, provincie en het rijk gekeken hoe het vervolg er uit komt te zien. Dit gaat dan onder meer over zaken als de betrokkenheid van de gemeenten en de inbreng van eisen en wensen bijvoorbeeld op het vlak van lokaal eigendom, of hoe communicatie- en participatie met bewoners en stakeholders in dit traject wordt vormgegeven. Rijkswaterstaat trekt dit in haar rol als grondeigenaar en initiatiefnemer.